Voor particulieren

Erfrecht
De procedure voor het afwikkelen van een nalatenschap is grofweg in te delen in drie onderdelen. Het laatste is de definitieve verdeling van alle goederen, daarvóór ligt het indienen van de successieaangifte, en in het eerste onderdeel komt het afgeven van een verklaring van erfrecht aan de orde.
Samenlevingsvormen

Er zijn verschillende samenlevingsvormen, Huwelijk, geregistreerd partnerschap en samenwonen. Het huwelijk en geregistreerd partnerschap worden voltrokken door een ambtenaar van de burgerlijke stand. Bij samenwonen wordt formeel niets geregeld.
De vermogensrechtelijke en erfrechtelijke aspecten zijn in de wet geregeld voor een huwelijk of voor een geregistreerd partnerschap. Als u gewoon gaat samenwonen is er niets geregeld en zult u het allemaal zelf moeten doen. Een notarieel samenlevingscontract is tegenwoordig bijna onontkoombaar.
Ook als u gaat trouwen of de geregistreerde partners gaan samenwonen en het wettelijke stelsel van gemeenschap van goederen vindt u niet passend voor uw situatie, dan is het noodzakelijk tijdig contact op te nemen met een notaris om de mogelijkheid van huwelijkse voorwaarden of partnerschap vooraf door te spreken.
Echtscheiding

Als u voornemens bent om te gaan scheiden is het raadzaam om vooraf een notaris te raadplegen. Wilt u bijvoorbeeld nog wel dat uw echtgenoot/partner van u erft als u komt te overlijden voordat de scheiding rond is? Naar wie moet u toe of wat moet u doen om de scheiding in gang te zetten en wat kunnen de gevolgen zijn? De notaris kan u adviseren en met raad en daad bijstaan.
Afschaffing flitsscheiding sinds 1 maart 2009
Sinds 1 maart 2009 is de omzetting van een huwelijk in een geregistreerd partnerschap niet meer mogelijk. Hierdoor is de beëindiging van een huwelijk via de zogenaamde flitsscheiding niet meer mogelijk.
Ook is het niet meer mogelijk voor geregistreerde partners met minderjarige kinderen om hun geregistreerde partnerschap buiten de rechter om te ontbinden. Gehuwden en geregistreerde partners met minderjarige kinderen dienen bij een verzoek tot ontbinding van hun huwelijk of geregistreerd partnerschap een ouderschapsplan in te dienen.
Een ouderschapsplan is een schriftelijke overeenkomst tussen de ouders waarin zij hun afspraken met betrekking tot hun kinderen vastleggen. In het ouderschapsplan moeten ten minste de navolgende onderwerpen worden geregeld:
- de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken;
- de omgangsregeling;
- de wijze waarop de ouders elkaar informeren over de kinderen;
- de wijze waarop de ouders elkaar informatie verschaffen en raadplegen betreffende belangrijke aangelegenheden die het kind of diens vermogen raken;
- de kosten van de verzorging en opvoeding van de minderjarige kinderen (de kinderalimentatie).
Indien er geen ouderschapsplan is overgelegd, kan de rechter zich niet ontvankelijk verklaren en de echtgenoten/partners naar een mediator verwijzen. Hiermee wordt getracht te bereiken dat de echtgenoten/partners in onderling overleg afspraken met betrekking tot hun minderjarige kinderen vastleggen. Indien de echtgenoten/partners er niet in slagen met een gezamenlijk ouderschapsplan te komen, is het ter beoordeling van de rechter of hij het echtscheidingsverzoek/verzoek tot beëindiging van het geregistreerde partnerschap al dan niet-ontvankelijk verklaart. Als de rechter het gezamenlijk verzoek niet-ontvankelijk verklaart, kan een van de echtgenoten/partners een eenzijdig verzoek indienen. Het ontbreken van een ouderschapsplan kan bij een eenzijdig echtscheidingsverzoek/verzoek tot beëindiging van het geregistreerde partnerschap uiteindelijk de ontvankelijkheid niet in de weg staan.
Er ligt een wetsvoorstel bij de tweede kamer om het mogelijk te maken om via een notaris een gemeenschappelijk verzoek tot echtscheiding en tot ontbinding van een geregistreerd partnerschap in te dienen bij de rechter als geen plicht bestaat om een ouderschapsplan op te stellen.
Ouderschapsplan

Verplicht ouderschapsplan voor samenwoners na beëindiging samenwoning.
Sinds 1 maart 2009 dienen ook samenwoners die gezamenlijk het gezag uitoefenen over hun minderjarige kinderen een ouderschapsplan op te stellen bij beëindiging van hun samenwoning.
Een ouderschapsplan is een schriftelijke overeenkomst tussen de ouders waarin zij hun afspraken met betrekking tot hun kinderen vastleggen. In het ouderschapsplan moeten ten minste de navolgende onderwerpen worden geregeld:
- de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken;
- de omgangsregeling;
- de wijze waarop de ouders elkaar informeren over de kinderen;
- de wijze waarop de ouders elkaar informatie verschaffen en raadplegen betreffende belangrijke aangelegenheden die het kind of diens vermogen raken;
- de kosten van de verzorging en opvoeding van de minderjarige kinderen. (de kinderalimentatie).
Op het niet opstellen van een ouderschapsplan bij het uiteengaan van samenwoners is nu nog geen sanctie gesteld.
Pas wanneer de samenwoners een geschil krijgen over de uitoefening van het gezag over de kinderen en zij dit geschil aan de rechter willen voorleggen komt het ouderschapsplan dwingend naar voren. De rechter zal het verzoek niet eerder in behandeling nemen dan nadat de samenwoners alsnog een ouderschapsplan hebben opgesteld en overgelegd aan de rechter. Indien het belang van het kind dit vergt, zal de rechter het verzoek echter meteen in behandeling nemen.
Nalatenschap

Als u geen testament heeft gemaakt bepaalt de wet wie uw erfgenamen zijn.
De wet verdeelt de erfgenamen in vier groepen die achtereenvolgens tot de nalatenschap worden geroepen.
- Als eerste worden als erfgenamen geroepen uw echtgeno(o)t(e) of geregistreerd partner, hierna aan te duiden als: "partner", en uw kinderen (groep 1). Is een kind van u voor u overleden en heeft dat kind zelf kinderen (uw kleinkinderen) achtergelaten dan worden die kleinkinderen in de plaats van uw overleden kind als erfgenamen tot uw nalatenschap geroepen. Is vervolgens ook een kleinkind voor of gelijktijdig met u overleden en laat die kinderen achter dan komen die kinderen daarvoor weer in de plaats enzovoorts.
- Als er in groep 1 geen erfgenamen zijn dan wordt gekeken in groep 2. Groep 2 bestaat uit uw ouders, broers en zussen. Is een broer of zus van u voor of gelijktijdig met u overleden dan komen de kinderen van de overleden broer of zus daarvoor in de plaats. Is vervolgens ook een van die kinderen voor of gelijktijdig met u overleden en laat die op zijn of haar beurt weer kinderen achter dan komen die kinderen daarvoor weer in de plaats enzovoorts.
- Als er in groep 2 geen erfgenamen zijn dan wordt gekeken in groep 3. Groep 3 bestaat uit uw grootouders. Is een van uw grootouders voor of gelijktijdig met u overleden dan komen de kinderen van die overleden grootouder daarvoor in de plaats. Is vervolgens ook een van die kinderen voor of gelijktijdig met u overleden en laat die op zijn of haar beurt weer kinderen achter dan komen die kinderen daarvoor weer in de plaats enzovoorts.
- Indien ook in groep 3 geen erfgenamen zijn dan wordt gekeken in groep 4. Groep 4 bestaat uit uw overgrootouders. Is een van uw overgrootouders voor of gelijktijdig met u overleden dan komen de kinderen van die overleden overgrootouder daarvoor in de plaats. Is vervolgens ook een van die kinderen voor of gelijktijdig met u overleden en laat die op zijn of haar beurt weer kinderen achter dan komen die kinderen daarvoor weer in de plaats enzovoorts.
Wettelijke boedelverdeling
Sinds de invoering van het nieuwe erfrecht op 1 januari 2003 beschermt de wet de langstlevende echtgeno(o)t(e) of geregistreerd partner.
Als u bij uw overlijden een partner (echtgeno(o)t(e) of geregistreerd partner) en (klein)kinderen achterlaat terwijl u geen testament heeft gemaakt worden door de wet al uw bezittingen toebedeeld aan uw partner.
Uw partner is op grond van de wet verplicht om alle schulden die u nalaat voor zijn of haar rekening te nemen en de (eventueel) door uw (klein)kinderen verschuldigde erfbelasting voor hen voor te schieten.
Uw (klein)kinderen krijgen een vordering op uw partner ter grootte van hun erfdeel.
Deze vordering kunnen zij volgens de wet slechts in drie gevallen opeisen te weten:
- zodra uw partner is staat van faillissement wordt gesteld;
- zodra de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen op u partner van toepassing wordt verklaard en
- zodra uw partner is overleden.
Voorts kent de wet aan uw (klein)kinderen een inflatiecorrectie toe in de vorm van een beperkte rentebijschrijving.
Van deze inflatiecorrectie mag u als langstlevende in overleg met uw (klein)kinderen afwijken. U heeft de mogelijkheid om na het overlijden van de eerststervende tot aan het moment dat aangifte wordt gedaan voor de erfbelasting samen met uw (klein)kinderen zelf een rente vast te stellen.
De rente die u kiest heeft wel gevolgen voor de door u te betalen of voor de (klein)kinderen voor te schieten erfbelasting.
Erfgenamen volgens testament
Als u niet wenst dat uw nalatenschap volgens de wet vererft dan dient u een testament te maken. In een testament kunt u zelf uw erfgenamen aanwijzen. Bij testament kunt u iedereen aanwijzen, bijvoorbeeld goede doelen maar ook een goede vriend, een kennis of zelfs de buurman of buurvrouw. Tevens kunt u in het testament bepalen welk deel een erfgenaam krijgt. In een testament kunt u ook uitdrukkelijk wettelijke erfgenamen uitsluiten als uw erfgenaam.
Bij testament kunt u bepaalde personen ook iets specifieks geven bijvoorbeeld een geldsom, een of meer sieraden, uw verzameling, een meubelstuk et cetera. We noemen dit een legaat.
Kortom, door een testament te maken kunt u zelf bepalen hoe uw nalatenschap vererft.
Waarom toch een testament maken ondanks het feit dat de Wet de langstlevende beschermt?
- Echtscheiding van een kind. Indien een kind in de wettelijke gemeenschap van goederen is getrouwd, vervolgens van u erft en daarna gaat scheiden, valt de erfenis die van u is gekregen in de huwelijksgoederengemeenschap en moet worden verdeeld zodat uw kind de helft van uw erfenis kwijt is aan zijn of haar ex. Een privé-clausule opgenomen in een testament voorkomt dat uw kind de erfenis moet delen.
- Wettelijke wilsrechten. Indien de langstlevende aankondigt in het huwelijk te treden of een geregistreerd partnerschap aan te gaan, worden kinderen door de Wet beschermd en krijgen zogenaamde "wilsrechten". Een kind kan in zo'n geval van de langstlevende eisen dat goederen die hebben toebehoord aan de eerststervende aan hem worden overgedragen tot de waarde die het kind van de langstlevende te vorderen heeft. Vervolgens krijgt de langstlevende van die overgedragen goederen een levenslang gebruiksrecht. Op zich een goede regel omdat zo voorkomen wordt dat goederen naar een nieuwe partner gaan maar na het overlijden van de langstlevende in de familie blijven. Een nadeel ervan is dat een kind ook kan verlangen dat het huis of een aandeel daarin aan het kind in eigendom wordt overgedragen. Los van de kosten die dat met zich meebrengt wordt de langstlevende voor meestal het grootste vermogensbestanddeel weer afhankelijk van een kind. Overdracht of het vestigen van een hypotheek is dan niet meer mogelijk zonder medewerking van het kind. Deze wilsrechten kunnen bij een testament worden uitgesloten.
- Belastingbesparing. Een goed opgesteld testament kan belasting besparen of de erfbelasting daar neer te leggen waar de belastingdruk het minst pijn doet, bijvoorbeeld bij de kinderen nadat ook de langstlevende is overleden. Ook kan gedacht worden om de kleinkinderen wat te geven. Kleinkinderen hebben een even grote vrijstelling voor de erfbelasting als de kinderen. Door bij testament een geldlegaat aan de kleinkinderen te geven kan de totaal te betalen erfbelasting vaak worden verlaagd.
- Voogdij. Wie gaat er voor je minderjarige kind(eren) zorgen als u als laatst in leven zijnde ouder komt te overlijden. Bij testament kunt uzelf een voogd aanwijzen. Doet u dat niet dan moet de kantonrechter een voogd aanwijzen en weet u niet wie er voor uw kind(eren) gaat zorgen.
- Bescherming van kinderen die pas meerderjarig zijn geworden. Zodra een kind de 18 jarige leeftijd bereikt is een kind meerderjarig en mag hij helemaal zelf over zijn of haar vermogen beschikken. Als beide ouders zijn overleden beschikt dat kind vaak over een aanzienlijk vermogen aangezien de meeste ouders van tegenwoordig een huis nalaten dat vrij is van hypothecaire leningen. Kinderen van 18 zitten midden in de puberteit en kunnen wellicht door verkeerde invloeden onverstandige beslissingen nemen en hun vermogen snel kwijt zijn. U kunt uw kinderen beschermen door bij testament een bewind in te stellen over hetgeen een kind uit uw nalatenschap verkrijgt. Bij de instelling van het bewind kunt u zelf een bewindvoerder benoemen en ook aangeven hoe lang het bewind moet duren.
Schenkingen

Een schenking is een overeenkomst waarbij de schenker zich verbindt aan de begiftigde een vermogensbestanddeel af te staan zonder tegenprestatie en met de bedoeling de begiftigde te bevoordelen. Een schenking kan geschieden in geld of andere goederen: onroerend goed, effecten (beurs aandelen, obligaties, aandelen in groeifondsen of beleggingsinstellingen) aanmerkelijk belang aandelen, maar ook kunst en antiek. Ook kwijtschelding op een vordering, bijvoorbeeld wegens uitgeleend geld aan uw kind, is een schenking. Bij de keuze welke vermogensbestanddelen over te dragen spelen persoonlijke overwegingen een rol, maar ook fiscale: de grootste belastingbesparing treedt op bij schenking van vermogensbestanddelen, waarvan mag worden verwacht dat deze sterk in waarde zullen stijgen. Verder behoeft niet alleen schenkingsrecht van belang te zijn, maar kunnen andere belastingen een rol spelen zoals overdrachtsbelasting bij overdracht van onroerend goed en inkomstenbelasting.
Vanaf 1 januari 2003 is voor een schenking in beginsel geen notariële akte nodig.
Geld kan overhandigd worden of door overschrijving op een bankrekening van de begiftigde worden gestort. Dit geldt ook voor effecten die bij een bank zijn gedeponeerd.
Deze kunt u giraal naar uw kinderen overschrijven.
Wel is een notariële akte nodig als u bijvoorbeeld onroerende zaken schenkt of aandelen in uw BV. En ook een schenking "ter zake des doods", waarbij de begiftigde het geschonkene pas krijgt bij het overlijden van de schenker, moet in een notariële akte.
Erfrecht

De procedure voor het afwikkelen van een nalatenschap is grofweg in te delen in drie onderdelen. Het laatste is de definitieve verdeling van alle goederen, daarvóór ligt het indienen van de successieaangifte, en in het eerste onderdeel komt het afgeven van een verklaring van erfrecht aan de orde. Een verklaring van erfrecht is een door een notaris opgemaakte verklaring waarin staat vermeld wie de erfgenamen zijn. De notaris maakt deze verklaring aan de hand van door hem te verzamelen gegevens. Daartoe behoort in elk geval het bericht van het Centraal Testamentenregister of er wel of geen testament is. Daarnaast raadpleegt de notaris bijna altijd het bevolkingsregister. Om deze redenen kan het enkele weken tot soms enkele maanden (als er veel erfgenamen zijn of als ze moeilijk te vinden zijn) duren voordat de notaris een verklaring van erfrecht kan afgeven.
In de meeste gevallen kan een verklaring van erfrecht binnen enkele weken worden afgegeven. De verklaring van erfrecht heeft u in de meeste gevallen nodig. Hiermee kunt u bankrekeningen van de erflater deblokkeren, teruggaven van de belastingdienst innen enzovoorts.
Estate planning

'Estate' is het Engelse woord voor nalatenschap. Estate planning is een uit de Verenigde Staten overgewaaid begrip dat wordt gebruikt voor de advisering die zich richt op de juridische en fiscale begeleiding van de overgang en instandhouding van (familie)vermogens.
Estate planning heeft tot doel een opgebouwd vermogen fiscaal zo voordelig mogelijk over te dragen aan erfgenamen. De almaar stijgende beurskoersen, de ontwikkelingen op de woningmarkt en het gunstige economische klimaat hebben een behoorlijke uitwerking gehad op de omvang van de Nederlandse familievermogens. De druk van het successierecht die rust op de overgang van het te vererven vermogen is dan ook behoorlijk opgelopen.
Estate planning is een onderdeel van 'financial planning'. Financial of financiële planning heeft meer te maken met vermogensbeheer, uw pensioenregelingen en de op lange termijn gewenste bestedingsruimte. Het totaal van de belastingdruk van de inkomstenbelasting speelt daarbij een belangrijke rol. Bij estate planning gaat het vooral om maatregelen die u kunt treffen om de toekomstige nalatenschap zo klein mogelijk te maken en daarmee het totaal verschuldigde successierecht te beperken.
Daar komt aardig wat bij kijken. Bij uw planning heeft u te maken met schenken, het erfrecht, het huwelijksvermogensrecht en het fiscaal recht. Het gaat dan om vragen als: 'moet u uw huwelijkse voorwaarden wijzigen of niet?' of 'kunt u het beste tijdens leven uw vermogen overdragen?'
Van groot belang is dat de te treffen regelingen goed op elkaar aansluiten.
Partnerschap & huwelijkse voorwaarden

Indien u gaat trouwen of een geregistreerd partnerschap aangaat terwijl u af wilt wijken van de wettelijke gemeenschap van goederen, dan dient u vóór het huwelijk een zogenaamde akte van huwelijkse voorwaarden of partnerschapsvoorwaarden bij een notaris te laten passeren. Bent u te laat, dan is het wettelijke systeem van de algehele gemeenschap van goederen van toepassing. Tijdens het huwelijk kan dit via een notariële akte altijd gewijzigd worden. Hiervoor is ook de goedkeuring van de rechter nodig, daardoor wordt de procedure duurder dan wanneer u het tijdig voor het huwelijk regelt.
Testament

In de wet is precies geregeld wie erft als iemand komt te overlijden. Afwijking van de wettelijke regeling is mogelijk door middel van een testament. Daarin kunt u precies regelen wie wat moet krijgen bij uw overlijden. Ook kunt u daarin bepalen wie de nalatenschap moet afwerken, de zogenaamde executeur. Verder kan bij een testament een voogd aangegeven worden voor de kinderen die bij uw overlijden minderjarig zijn. Kinderen worden tegenwoordig bij het bereiken van de 18-jarige leeftijd meerderjarig. Maar zijn kinderen als beide ouders zijn overleden wel in staat het vermogen dat zij hebben te beheren of krijgen ze wellicht veel (verkeerde) vrienden? De benoeming van een bewindvoerder zou hier uitkomst kunnen brengen.
Een goed advies is onmisbaar, bel ons
073 - 551 90 15 (van 8:45 - 1200 uur)